Camino del Norte deel 1: Bilbao - Oviedo

Je komt aan in Bilbao, een stad die het verleden van staal en scheepsbouw combineert met moderne kunst en rustige buurten. Als je vroeg bent, wandel je door de oude stad langs de rivier de Nervión. In de smalle straten van de Casco Viejo proef je de sfeer van de pintxosbars. Bij het Guggenheim kun je even stil worden van het spel van licht op het titanium. Vergeet niet je eerste stempel te halen; een kleine handeling waarmee de reis echt begint.

Je laat het centrum van Bilbao achter je en volgt langzaam de stad uit. Bij Portugalete steek je de riviermonding over en rijd je een lang fietspad op dat je naar het strand van La Arena brengt. De eerste ontmoeting met de Cantabrische Zee geeft een ander ritme: zout, wind, open ruimte. Het pad langs de kliffen richting Ontón is rustig en mooi, met diepe uitzichten op de kustlijn.
Net na de grens van Baskenland fiets je Cantabrië binnen. Castro Urdiales verschijnt met zijn kleine haven, de kerk van Santa María op de rots en een oude vuurtoren. Een fijne plek om in de avond nog langs de kade te slenteren.

De zee blijft vandaag je metgezel. Je rijdt afwisselend door bos, langs kliffen en langs een paar kleine stranden waar vissers hun boten op het zand hebben liggen. Het is een korte etappe, maar het gaat bijna voortdurend op en neer. Een deel van de route loopt over onverharde stukken die je tempo vertragen, maar dat is geen straf.
Voor je Laredo bereikt, zie je al de lange boog van het strand Salvé. Het oude centrum is klein maar levendig. Aan het eind van de middag is de promenade een fijne plek om even te zitten en naar de branding te kijken.

De dag begint met een korte boottocht naar Santoña, een stad die bekendstaat om zijn ansjovis. Vanaf het water zie je de zandtong van Laredo in volle lengte.
Na Santoña fiets je langs de stranden van Berria en later die van Noja. Het zijn brede kustvlakten waar in de ochtend vaak een lichte mist hangt. Via San Miguel de Meruelo en het rustige Güemes draai je landinwaarts.
Bij Somo stap je opnieuw op de boot. De overtocht naar Santander geeft een mooi zicht op de stad, de baai en het glinsterende Centro Botín. In Santander kun je dwalen door het oude centrum of in de avond langs de Paseo Marítimo lopen, waar vissersboten zacht tegen elkaar tikken.

Het kost even tijd om de stad uit te rijden. Daarna opent het landschap zich en fiets je door zacht golvend binnenland met kleine gehuchten, appelgaarden en kapelletjes die onverwacht langs de weg staan.
De route vermijdt drukke wegen en zoekt de rustige heuvels op. Santillana del Mar is een natuurlijke afsluiting van de dag: stenen huizen, een romaanse collegiale kerk en een dorpsplein waar de middag langzaam wegebt. Een van de mooiste dorpen van Cantabrië, en dat merk je aan de stilte in de smalle straatjes zodra de dagjesmensen weg zijn.

Je fietst door een afwisselend landschap van groene heuvels en korte stukken kust. In Comillas zie je meteen het werk van Gaudí: El Capricho, speels en kleurrijk.
Daarna fiets je richting San Vicente de la Barquera, over bruggen die de brede getijdenzones van de riviermonding kruisen. De haven van het dorp heeft nog steeds iets van een vissersplaats, vooral in de vroege ochtend.
Later op de dag wordt het binnenland weer heuvelachtiger. Geen zware beklimmingen, maar het stapelt op en je voelt de nabijheid van de Picos de Europa. Bustio zelf ligt stil tegen de rivier Deva aan — een klein grensdorpje waar Asturië begint.

Al snel klim je naar Colombres, waar de statige villa Quinta Guadalupe opvalt. Een herinnering aan de ‘Indianos’, Spanjaarden die terugkeerden uit Latijns-Amerika.
Via Andrín gaat het omhoog en daarna daal je af naar Llanes. Hier vind je een vissershaven, oude straatjes en de kleurrijke ‘Cubes de la Memoria’ bij de pier.
De route volgt daarna een reeks stranden: Palombina, Torimbia, San Antolín. In de zomer levendig, buiten het seizoen vaak bijna leeg. Na La Isla draai je het binnenland weer in, langs spoorwegovergangen en kleine gehuchten.
Ribadesella is een rustige kustplaats. De prehistorische grotten van Tito Bustillo liggen hier vlakbij en vertellen een verhaal dat veel ouder is dan de Camino.

Een korte dag, maar met genoeg momenten om even af te stappen. Santa Marina is een breed strand waar vroege surfers al in het water liggen. Daarna volgt Vega en later Arenal de Morís, wat meer afgelegen.
In Colunga kun je kiezen voor een omweg naar het Jurrasic Museum (MUJA). Op het strand van La Griega zie je afdrukken van dinosauriërs; grote ronde vormen in het gesteente, verrassend tastbaar.
Het laatste deel voert door een landschap dat typisch Asturiaans is: appelboomgaarden, groene weiden en kleine gehuchten waar cider nog steeds op traditionele wijze wordt gemaakt. Villaviciosa is het hart van die cidercultuur.

Je laat de zee definitief achter je. De eerste kilometers zijn rustig. In Valdediós ligt een pre-romaanse kerk en een romeins klooster in een stille vallei; een plek die uitnodigt om even rond te lopen.
Daarna begint de steile klim naar Alto de la Campa, een laatste echte inspanning. Boven merk je hoe het landschap verandert: minder weiden, meer kleine dorpen en buitenwijken. Via Pola de Siero nader je de stad.
We hebben een route gekozen die het drukke verkeer zo lang mogelijk omzeilt. Toch voel je, zodra je Oviedo binnenrijdt, dat je naar een einde toe werkt. Bij de kathedraal van San Salvador — al eeuwenlang een belangrijk punt voor pelgrims — sluit de Camino zich als het ware. Oviedo is vriendelijk, met ciderbars waar de ober de cider hoog boven zijn hoofd uitschenkt.

Na het ontbijt eindigt deze reis.
Wie wil, fietst verder: de weg naar Santiago de Compostela begint hier eigenlijk pas echt.

Bilbao is goed bereikbaar per vliegtuig of trein. Zowel vanuit Bilbao vliegveld als het treinstation.

Aan het einde kom je aan in Oviedo. Je kunt vanaf daar terugreizen naar Bilbao met de trein of bus.

Het dichtstbijzijnde vliegveld is Bilbao (BIO).

Mocht je aankomen op een andere luchthaven, zoals Santander (SDR), Asturias (Asturias Airport – Ranon, OVD), of Valladolid (VLL) dan zijn er goede verbindingen naar de start in Bilbao.

De actuele dienstregeling en reistijden vind je op renfe.com.

Als je terugreis naar Bilbao dan zijn er er goede busverbindingen. Voor dienstregelingen en reserveringen kun je terecht op alsa.es.

Voor deze reis ligt het zwaarteniveau bij 3. Voor deze fietsvakantie is die goed te doen voor de gemiddelde toerfietser. De tochten zijn niet te lang maar kunnen wel wat hoogteverschil hebben. De tocht kan over langere stukken onverhard terrein gaan (gravel). Maar altijd goed fietsbaar. Er kunnen 1 of 2 dagen zijn waar de tocht wat langer en zwaarder is. Gemiddeld zijn de afstanden tussen de 30 en 50 kilometer per dag en tussen de 200 tot 400 hoogtemeters per dag.

Het noorden van Spanje heeft een mild klimaat. De beste periode om deze route te fietsen is mei t/m september, met in het voorjaar en najaar de meest aangename temperaturen.

Een overzicht per maand vind je op onze klimaatpagina: Klimaat Noord Spanje

Voor een breder overzicht kun je ook kijken op onze algemene klimaatpagina: Klimaat Spanje