Andalusië is de grootste autonome regio en in veel opzichten de kleurrijkste en de traditioneelste. De processies zijn hier het mooist, de nachten het langst, de zon het heetst, de flamenco het diepst. Het heeft talloze beroemde steden waaronder Sevilla, Granada en Cordoba, het heeft de witte dorpen en de stranden van de Costa de Sol en de Costa de la Luz, de bergtoppen van de Sierra Nevada en het heeft de droogste plek van Spanje zowel als de natste plek.
Fietsen kun je er in principe het hele jaar door. In principe, want in juli en augustus kunnen de temperaturen tot 40 graden oplopen. En als je in de winter wilt gaan klimmen in de Sierra Nevada loop je al snel vast in de sneeuw.
Maar voor heel veel soorten fietsers heeft Andalusië inderdaad in een groot deel van het jaar veel te bieden. Trainende wielrenners zoeken de Costa del Sol op of tanken natuurlijke EPO op de hoge flanken van de Sierra Nevada. Mountainbikers met ambitie rijden de meerweekse TransAndalus. Voor recreatieve fietsers zijn er veel vias verdes en voor iedereen die in de buurt is, is een tocht door de binnenstad van Sevilla een must.