Camino de Santiago deel 2: León - Santiago de Compostela

Welkom in León, een stad met een beroemde kathedraal vol gekleurd glas en resten van Romeinse muren. In de wijk Barrio Húmedo vind je smalle straatjes vol kleine barretjes waar pelgrims en locals door elkaar heen schuiven.

Je laat de grotere stad al snel achter je en fietst door een open landschap met kleine dorpen en boerderijen. Bij Hospital de Órbigo steek je een lange middeleeuwse brug over, een van de iconische plaatsen op de Camino. Daarna rijd je de streek Maragatería binnen, met zijn stenen huizen en eigen tradities. Astorga is compact en verrassend: naast de kathedraal staat het bisschoppelijk paleis van Gaudí en in de straten herinneren chocoladewinkels aan de tijd dat dit de “chocoladestad” van Spanje was.

Vandaag staat een echte Camino-klassieker op het programma. Je klimt geleidelijk de Montes de León in, langs dorpjes als Rabanal en Foncebadón, tot je bij de Cruz de Ferro komt: een eenvoudig ijzeren kruis op een houten paal, omringd door stenen die pelgrims van over de hele wereld hebben neergelegd. Daarna volgt een lange afdaling het Bierzo in, met groene valleien en wijngaarden. Via Molinaseca kom je in Ponferrada, waar het grote Tempelierskasteel herinnert aan de tijd dat deze orde de pelgrims beschermde.

De dag begint rustig, door de vruchtbare vallei van El Bierzo, bekend om zijn wijnen en kastanjebossen. Je passeert Villafranca del Bierzo, met zijn kerken en rivierstrand, en draait dan het dal van de Valcarce in. De weg loopt nu gestaag omhoog, langs kleine dorpen en kastelen. De laatste klim naar O Cebreiro is serieuze kost, maar je wordt beloond met een dorp op een bergkam, met stenen huizen met rieten daken (pallozas) en een oude kerk die verbonden is met een Eucharistisch wonder. Hier steek je de grens met Galicië over.

Je verlaat O Cebreiro over een golvende kam en daalt daarna de groene valleien van Galicië in. Via Triacastela kun je kiezen voor de rustige route langs het grote klooster van Samos of de wat directere weg via Sarria. De bossen ruiken naar nat gras, eucalyptus en aarde. In Sarria start voor veel wandelaars de laatste 100 kilometer; op de fiets heb je dan al een lange weg achter de rug. Via kleine weggetjes kom je uit boven de rivier de Miño en daal je af naar Portomarín, een dorp dat steen voor steen is verplaatst toen het stuwmeer werd aangelegd.

De route slingert vandaag door het typische Galicische coulissenlandschap: korte klimmetjes, schaduwrijke bospaden, weggetjes langs boerderijen en weilanden met koeien. Je passeert Palas de Rei en Melide, waar veel pelgrims stoppen voor “pulpo a feira”, eenvoudige maar heerlijke octopus. De Camino kruist hier regelmatig kleine dorpen met stenen kruisen en granieten horreos (graanschuurtjes op poten). Arzúa is een langgerekt plaatsje dat bekendstaat om zijn zachte koemelkkaas – een mooi product om aan het eind van de dag te proeven.

De laatste fietsdag begint tussen de eucalyptusbomen. Het is een aaneenschakeling van kleine stijgingen en afdalingen, met steeds meer pelgrims om je heen. Via dorpen als O Pedrouzo en Lavacolla rijd je naar Monte do Gozo, “de berg van de vreugde”, waar je de torens van de kathedraal voor het eerst ziet. Daarna rol je de stad in en sta je plots op het Praza do Obradoiro, tussen andere pelgrims die hun bestemming hebben bereikt. De rest van de dag is voor de kathedraal, de oude stad en misschien het ophalen van je Compostela.

Na het ontbijt heb je, afhankelijk van je reistijd, nog even de gelegenheid om door de smalle straten van de oude stad te dwalen. Op de markt zie je stapels vis en groenten uit de regio, in de cafés wordt rustig ontbeten. Misschien loop je nog één keer de kathedraal binnen of ga je op een terras zitten om te kijken naar nieuwe pelgrims die de stad binnenkomen. Daarna begint de terugreis en blijft de Camino als herinnering – en misschien als uitnodiging voor een volgende keer.

Mocht je aankomen op een luchthaven, zoals Santander (SDR), Bilbao (BIO) of Valladolid (VLL), dan zijn er goede busverbindingen naar León.

Als je terugreist naar de luchthavens van Asturias (OVD), Santander (SDR) of Bilbao (BIO), is er een ochtendbus vanuit Santiago die je naar León, Oviedo, Santander of Bilbao brengt.

Voor dienstregelingen en reserveringen kun je terecht op: Alsa

Bij deze reis is voor zwaarteniveau 3 uitgegaan van het gebruik van een e-bike. Indien een reguliere trekking fiets wordt gebruikt dan is het zwaarteniveau 4.

Zwaarteniveau 3 voor trektochten zijn fietsvakanties die goed te doen zijn voor de gemiddelde toerfietser. De tochten zijn niet te lang maar kunnen wel wat hoogteverschil hebben. De tocht kan over langere stukken onverhard terrein gaan (gravel). Maar altijd goed fietsbaar. Er kunnen 1 of 2 dagen zijn waar de tocht wat langer en zwaarder is. Gemiddeld zijn de afstanden tussen de 30 en 50 kilometer per dag en tussen de 200 tot 400 hoogtemeters per dag.

Zwaarteniveau 4 voor trektochten zijn fietsvakanties voor de geoefende en getrainde toerfietser. De tochten zijn langer en met veel hoogtemeters. Er kunnen 1 of 2 dagen zijn waar de tocht wat zwaarder is. Gemiddeld zijn de afstanden tussen de 50 en 70 kilometer per dag en tussen de 600 tot 1000 hoogtemeters per dag.

Het noorden van Spanje heeft een mild klimaat. De beste periode om deze route te fietsen is mei t/m september, met in het voorjaar en najaar de meest aangename temperaturen.

Een overzicht per maand vind je op onze klimaatpagina: Klimaat Noord Spanje

Voor een breder overzicht kun je ook kijken op onze algemene klimaatpagina: Klimaat Spanje

Mocht je aankomen op een luchthaven, zoals Santander (SDR), Bilbao (BIO) of Valladolid (VLL), dan zijn er goede busverbindingen naar León.

Als je terugreist naar de luchthavens van Asturias (OVD), Santander (SDR) of Bilbao (BIO), is er een ochtendbus vanuit Santiago die je naar León, Oviedo, Santander of Bilbao brengt.

Voor dienstregelingen en reserveringen kun je terecht op: Alsa

Bij deze reis is voor zwaarteniveau 3 uitgegaan van het gebruik van een e-bike. Indien een reguliere trekking fiets wordt gebruikt dan is het zwaarteniveau 4.

Zwaarteniveau 3 voor trektochten zijn fietsvakanties die goed te doen zijn voor de gemiddelde toerfietser. De tochten zijn niet te lang maar kunnen wel wat hoogteverschil hebben. De tocht kan over langere stukken onverhard terrein gaan (gravel). Maar altijd goed fietsbaar. Er kunnen 1 of 2 dagen zijn waar de tocht wat langer en zwaarder is. Gemiddeld zijn de afstanden tussen de 30 en 50 kilometer per dag en tussen de 200 tot 400 hoogtemeters per dag.

Zwaarteniveau 4 voor trektochten zijn fietsvakanties voor de geoefende en getrainde toerfietser. De tochten zijn langer en met veel hoogtemeters. Er kunnen 1 of 2 dagen zijn waar de tocht wat zwaarder is. Gemiddeld zijn de afstanden tussen de 50 en 70 kilometer per dag en tussen de 600 tot 1000 hoogtemeters per dag.